PERSBERICHT – 22 januari 2016
‘s-Hertogenbosch
Samenhang tussen bipolaire stoornis en problemen met schildklier aangetoond
Een tweelingstudie, uitgevoerd door psychiater Ronald Vonk, toont aan dat er een genetische samenhang is tussen de ontwikkeling van een bipolaire stoornis enerzijds en een auto-immuunstoornis van de schildklier anderzijds. Onderzoek naar het functioneren van de schildklier blijkt een zeer zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan het vroegtijdig opsporen van een bipolaire kwetsbaarheid. Deze en andere bevindingen staan centraal tijdens Vonks promotie op woensdag 10 februari bij de Rijksuniversiteit Groningen.
Bipolaire stoornis
De bipolaire stoornis (ofwel manisch-depressieve stoornis) is een ernstige stemmingsstoornis, waarbij periodes van verhoogde stemming en activiteit (manie of hypomanie) en verlaagde stemming en verminderde activiteit (depressie) afgewisseld worden met periodes van een normale stemming en normaal functioneren. Een bekend probleem bij de bipolaire stoornis is dat het vele jaren duurt voordat de diagnose wordt gesteld en de behandeling wordt gestart. De tweelingstudie van Ronald Vonk toont aan dat de genetische kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van een bipolaire stoornis op meerdere manieren en in verschillende levensfasen zichtbaar kan worden.
Verschillende factoren, verschillende levensfasen
Het functioneren van de schildklier is niet de enige aanwijzing voor een verhoogd genetisch risico op een bipolaire stoornis. In de onderzoekspopulatie van 53 bipolaire en 67 gezonde controle-tweelingparen werden ook andere risicofactoren onderzocht. Gebleken is dat een abnormale ontwikkeling van het zogenaamde embryonale ectodermweefsel (dat is het embryonale weefsel dat uitgroeit tot de huid, het zenuwstelsel en de hersenen) in de 10e tot 15e week van de zwangerschap geassocieerd kan worden met afwijkingen in de hersenen op latere leeftijd. MRI-onderzoek van de hersenen van de bipolaire tweelingen heeft namelijk afwijkingen in de witte stof aangetoond. Ook is ontdekt dat gedurende korte tijd onderpresteren op school een marker kan zijn voor de genetische kwetsbaarheid om een bipolaire stoornis te ontwikkelen.
Centrum Bipolaire Stoornissen
Ronald Vonk is als psychiater werkzaam bij het poliklinische Centrum Bipolaire Stoornissen van Reinier van Arkel. Het centrum is gevestigd in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Door de nabijheid van somatische specialisten is een betere integratie met de geestelijke gezondheidszorg mogelijk. Voor de behandeling van de bipolaire stoornis is de toegevoegde waarde van bijvoorbeeld kennis over de nieren en de schildklier zeer groot. De samenwerking tussen de psychiaters en de somatische ziekenhuisspecialisten zorgt er ook voor dat de scheiding tussen lichamelijke en geestelijke aandoeningen steeds minder scherp beleefd wordt. Juist de samenhang wordt door deze unieke tweelingstudie van Ronald Vonk bevestigd, een ontwikkeling waarvan de patiënt uiteindelijk alleen maar beter kan worden.
Ronald Vonk
Ronald Vonk is sinds 1995 tot heden als psychiater werkzaam bij Reinier van Arkel. Deels werkt hij op de High Intensive Care afdeling, en deels op het Centrum Bipolaire Stoornissen. Binnen Reinier van Arkel fungeert hij als coördinator van het zorgprogramma bipolaire stoornissen en participeert hij in het landelijke Kenniscentrum Bipolaire Stoornissen (KenBis). Overigens heeft het KenBis samen met de VMDB (Vereniging voor Manisch Depressieven en Betrokkenen) een belangrijke bijdrage geleverd in de werving van de tweelingen die aan de studie hebben meegewerkt. In 2000 startte hij samen met Astrid van der Schot in het UMC Utrecht het promotieonderzoek naar de invloed van genen en omgeving op de ontwikkeling van een bipolaire stoornis onder supervisie van prof. dr. Willem Nolen en prof. dr. René Kahn.
Reinier van Arkel is een gespecialiseerde instelling voor geestelijke gezondheidszorg voor mensen met psychiatrische en psychische aandoeningen.