Bij twijfel of er wel sprake is van een bipolaire stoornis moet iemand soms langere tijd worden gevolgd door een specialistisch team om met aanvullende informatie en observatie de diagnose alsnog te stellen dan wel te verwerpen. Hierbij moeten de nadelen van onderdiagnostiek (het ten onrechte niet vaststellen van de stoornis) en overdiagnostiek (het ten onrechte stellen van de diagnose) goed worden afgewogen.
De deelnemende instellingen aan KenBiS kunnen benaderd worden voor het uitvoeren van een second opinion.
Consultatie of second opinion kan worden gevraagd:
- bij complexe diagnostische vragen;
- bij complexe somatische en/of psychiatrische comorbiditeit die van invloed is op de behandeling;
- bij twijfels over diagnostiek en behandeling (hetzij gediagnostiseerd in de huisartsenpraktijk, hetzij in de GB GGZ of S GGZ);
- bij een adviesbehoefte over de aanpak van de behandeling in de GB GGZ of S GGZ;
- bij een adviesbehoefte over de aanpak van de behandeling bij onverwachte terugval;
- bij een adviesbehoefte over omgang met de patiënt of diens naastbetrokkene(n).
Als het beeld zeer onduidelijk of complex is en een bipolaire stoornis niet kan worden bevestigd of uitgesloten, is verwijzing naar de hoogspecialistische ggz voor een second opinion aan te raden.